Toelichting activa

Kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief
In 2023 zijn er 2 nieuwe voorbereidingskredieten ingesteld voor onderzoeken naar de bouw van een nieuw zwembad en voor de haalbaarheid van de concentratie van de Perifere DetailhandelsVestigingen (PDV). In 2024 is er een voorbereidingskrediet geactiveerd voor RBO projecten.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
De boekwaarden verminderen door reguliere afschrijvingen.

De aflossingen onder overige langlopende leningen zijn de aflossingen over het zonnepanelenproject De Groene Zone. Hier kunnen burgers een lening krijgen voor de aanschaf van zonnepanelen. Over 2024 zijn er hiervoor geen nieuwe leningen verstrekt. Verder heeft Hofke van Marijke de hele lening in 2024 afgelost.

De Overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar zijn de in het verleden verstrekte hypotheken aan personeel. Dit is sinds 2009 een sterfhuisconstructie waardoor er alleen nog afgelost wordt. Er mogen geen nieuwe hypotheken verstrekt worden.

In 2024 had de gemeente 15 lopende grondexploitaties waarvan 2 zijn afgesloten bij de jaarrekening 2024. De grondexploitaties bestaan uit 3 bedrijventerreinen (werken) en 12 woningbouwlocaties (wonen). De geplande einddatum van het langstlopende complex voor wonen en werken is 31-12-2029. Op 1 januari 2024 was de boekwaarde € 17.100.000 negatief en op 31 december 202 was dit € 10.900.000 negatief, waarvan € 4.900.000 betrekking op wonen en € 5.900.000 op bedrijventerreinen. De boekwaarde nam in 2024 met € 6.200.000 af.
De boekwaarde daalt verder in 2025-2029. Het grondbedrijf verwacht € 26.500.000 aan opbrengsten (verkoop bouwgrond en overige opbrengsten) en € 15.600.000 aan kosten te realiseren. Het verwachte verlies wordt afgedekt door een onttrekking uit de voorziening verlieslatende exploitaties (hierna: VVE). De grondexploitatie draagt de te verwachten winsten af aan de ARG.

Vorderingen op openbare lichamen en overige vorderingen
Vorderingen inzake gemeentelijke belastingen, die opgelegd worden door Belastingsamenwerking Oost-Brabant, opgelegde leges, zoals bijvoorbeeld bouwleges en privaatrechtelijke vordering, zoals bijvoorbeeld huren zijn hier opgenomen. De hoogte van de totale vorderingen op inwoners en organisaties zijn afgenomen ten opzichte van afgelopen jaar.

Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met rentetypische looptijd <1 jaar
De wet Schatkistbankieren verplicht decentrale overheden hun overtollige liquide middelen aan te houden bij het ministerie van Financiën. Dit met uitzondering van een drempelbedrag. Dit drempelbedrag bedroeg tot 30 juni 2021 0,75% van het begrotingstotaal. Vanaf 1 juli 2021 is het drempelbedrag verhoogt met 2% wat betekent dat er in boekjaar 2024 € 2.326.000 buiten de schatkist aangehouden mag worden.
Deelname van de decentrale overheden aan schatkistbankieren draagt bij aan een lagere EMU-schuld van de collectieve sector. Dit verlaagt namelijk de externe financieringsbehoefte van het rijk, waardoor het rijk minder hoeft te financieren op de markt, hetgeen zich weer vertaalt in een lagere staatsschuld. Daarnaast verwacht het rijk een verdere vermindering van de beleggingsrisico's waaraan decentrale overheden worden blootgesteld. De middelen die een decentrale overheid in de schatkist aanhoudt, blijven beschikbaar voor de uitoefening van de publieke taak.
Uit dit overzicht blijkt dat het drempelbedrag in 2024 niet is overschreden.

De wet Schatkistbankieren verplicht decentrale overheden hun overtollige liquide middelen aan te houden bij het ministerie van Financiën. Dit met uitzondering van een drempelbedrag. Dit drempelbedrag bedraagt 2% wat betekent dat er € 2.326.000 buiten de schatkist aangehouden mocht worden. Afromen van de bankrekening als gevolg van het automatisch schatkistbankieren door de rijksoverheid leidt tot een lager banksaldo.

Voor de overige nog te ontvangen bedragen worden de bedragen opgenomen voor de nominale waarde. Hierbij is rekening gehouden met oninbaarheid door de vorming van de voorziening dubieuze debiteuren.